Een schoenspoor dat veel minder vaak wordt aangetroffen is het schoenspoor in bloed. Hier werkt de schoen als een stempel. De meest gedetailleerde afdrukken zijn die die met weinig bloed gezet zijn en daardoor ook lastig te zien en te fotograferen zijn. Ze kunnen beter zichtbaar gemaakt worden met kleuringsvloeistoffen.

Schoenindrukken in grond of sneeuw (buiten) kunnen afgevormd worden. Het meest gebruikte materiaal voor deze afvorming is gips.

Als eerste wat men zal willen weten is wat het merk, model en maat van de schoen is die het schoenspoor heeft gemaakt. Dit kan men proberen te matchen tegen schoenzolen in een database van sporen die op andere PD's zijn veilig gesteld maar ook gecheckt worden tegen schoenafdrukken die zijn genomen van arrestanten die recent in bewaring zijn gesteld.

Schoensporen kunnen ook gebruikt worden om misdrijven te groeperen zodat wanneer een vingerafdruk- of DNA-match bij één misdrijf wordt gevonden er meerdere zaken aan elkaar gekoppeld kunnen worden.

Wanneer eenmaal de schoenen beschikbaar zijn van een verdachte die lijken te matchen met een gevonden schoenspoor kan geprobeerd worden om vast te stellen dat een bepaalde schoen een bepaald schoenspoor heeft gemaakt. Hiervoor kunnen karateristieken gebruikt worden die bij de fabricage van een schoen ontstaan, individuele toevallige beschadigingen die ontstaan tijdens gebruik van de schoen en slijtagepatronen.