Home page HomeContactProducten
NieuwsNieuwsZoekProductinformatieProductinformatie
Productinformatie

NARCOTEST® Disposakit aanwijzingen


ALGEMENE RICHTLIJNEN:
 
1. TESTRESULTATEN zijn voor VOORLOPIGE IDENTIFICATIE, mits geen sprake is van een onwaarschijnlijk geval.
2. Alle TESTRESULTATEN moeten door het gerechtelijk laboratorium bevestigd worden.
3. WAARSCHUWING: TESTREAGENTIA kunnen VALS POSITIEVE of VALS NEGATIEVE resultaten geven.
4. Het personeel dat met deze kit werkt, dient hiervoor opgeleid te zijn.
5. DE VERONTREINIGING VAN EEN MONSTER door gebruik van niet goed gereinigde spatels etc. kan tot misleidende resultaten leiden.
6. Gebruik derhalve bij het afmeten van de verdachte stof steeds een NIEUWE tandenstoker of een schone spatel.
7. De testreagentia #2, 3, 6, 7, 8, 14, 24 & 26 bevatten sterk ETSENDE ZUREN die, wanneer ze gemorst worden, lichamelijk LETSEL kunnen veroorzaken. ZORGVULDIG MEE OMGAAN.
8.   De testreagentia #5, 7, 8 & 25 bevatten een BRANDBARE substantie en kunnen ontvlammen, wanneer ze met open vuur in aanraking komen. VOORZICHTIG.
 
EERSTE HULP PROCEDURES
 
BIJ INNAME:
ETSENDE ZUREN #2, 3, 6, 7, 8, 14, 24 & 26. BRAKEN NIET OPWEKKEN. De mond spoelen met water. Ingenomen zuren door drinken van een glas water verdunnen.
LOOG: Testen #9, 25 & 27... zie boven
ALLE ANDERE TESTREAGENTIA: #1, 4, 5, 13 & 23... BRAKEN OPWEKKEN.
 
UITWENDIG:
HUID: Direct met veel water afspoelen.
OGEN: Het ooglid geopend houden en gedurende 15 minuten VOORZICHTIG met stromend water UITSPOELEN.
KLEDING: Verontreinigde kleding uittrekken en de huid grondig met water afspoelen.
 

BESCHRIJVING VAN DE TESTEENHEID

De afzonderlijke testeenheden bestaan uit een flexibel plastic buisje, waarin een breekbare glasampul gelijmd zit. Elke ampul bevat 0,5 ml reagens. De testbuisjes #1, 2, 3, 6 & 26 bevatten elk één ampul. Bij de testbuisjes #4, 5, 7, 8, 9, 13, 14, 23, 24, 25 & 27 is tevens een ampul in de dop aanwezig. Bij het verwijderen en sluiten van de dop moet men er op letten, dat de ampul niet kapot geknepen wordt.
Knijp ter hoogte van het vloeistofniveau (of in het midden van de dop) om de ampullen te breken.

TESTEN VAN ONBEKEND MATERIAAL

Het testen van onbekend materiaal is eenvoudig. Om vertrouwd te raken met alle stappen en handelingen is het niettemin belangrijk om de nu volgende procedure geheel door te lezen. Deze is van toepassing op alle te testen materialen en op alle reagentia, ongeacht de plaats waarin men zich in het testschema bevindt. Zie, voor een meer gedetailleerde beschrijving, de sectie Beschrijving van de afzonderlijke testen.
Verwijder voorzichtig de dop van het testbuisje. Houd het testbuisje tussen duim en wijsvinger aan de bovenzijde vast om verspreiding van het monster door statische electriciteit te voorkomen (zie afbeeldingen in pop-up venster) en breng de juiste hoeveelheid (zie volgende paragraaf) van de verdachte stof in het buisje. Plaats de dop weer op het testbuisje en breng de stof naar de bodem door met de onderkant van het testbuisje op een hard oppervlak te tikken. De ampullen worden gebroken door voldoende druk uit te oefenen ter hoogte van het vloeistofniveau.
Breek altijd eerst de onderste ampul in het testbuisje. Probeer niet het glas van de ampul te verbrijzelen. De vloeistof hoeft alleen maar vrij te komen uit de ampul. De reagentia worden gemengd met de verdachte stof door, terwijl het buisje schuin wordt gehouden, met de wijsvinger tegen de wand (dicht bij de onderzijde van het testbuisje) te slaan. De ontstane kleur dient, 60 seconden nadat de laatste ampul gebroken is, met de kleuren in de tabel vergeleken te worden. Nadat de kleur vastgesteld en opgeschreven is, dient het testbuisje op de juiste wijze weggegooid te worden.
NB: STERKE KLEUREN: Houd het testbuisje bijna horizontaal, om een dunne laag vloeistof langs de wand te creëren. Het licht wat door deze dunne laag komt, maakt een kleurvergelijking mogelijk.
ZWAKKE KLEUREN: Dit probleem kan optreden bij hallucinogenen of andere zwakke monsters. Herhaal de test met 2-3 maal de normale monstergrootte.

BENODIGDE HOEVEELHEID MONSTER

Voor een voorlopige identificatie is slechts een kleine hoeveelheid van de verdachte stof nodig. Een platte, houten tandenstoker is een goedkope spatel. Markeer de tandenstoker 4,5 mm vanaf het brede einde. Tot aan deze markering kan de verdachte stof met de tandenstoker opgenomen worden. Dit zal gewoonlijk een monster van één (1) tot drie (3) milligram zijn. Bij zeer lichte, pluizige drugs, zoals crack of cocaïne, is een grotere hoeveelheid monster nodig. Vertrouwdheid met de testprocedure zal het vaststellen van de juiste hoeveelheid vergemakkelijken. In plaats van een tandenstoker kan ook een smal mesje, spatel, of iets soortgelijks gebruikt worden. Deze voorwerpen dienen wel goed schoon te zijn, om verontreiniging van het monster door resten van eerder geteste stoffen te voorkomen.

VOORBEHANDELING VAN VERDACHT MATERIAAL

Houd altijd voldoende van de verdachte stof achter, voor een analyse door het gerechtelijk laboratorium.

Capsules. . . . . . . . . De capsule openen en er met een tandenstoker o.i.d. voldoende materiaal uitnemen.
Samengeperste. . .
blokken/tabletten
Mogelijk hashish. Snij of schraap het materiaal.
Gebruik dunne vlokken voor de test.
Vloeistof. . . . . . . . . Over een niet-poreus oppervlak verdelen en laten drogen. Schraap de stof van het oppervlak om testmateriaal te verkrijgen.
Oliën . . . . . . . . . . . . Een enkele druppel, waarvan men denkt dat het hasholie is, is voldoende.
Planten. . . . . . . . . . Een snuifje van een gedroogde plant, of 12 tot 15 vlokjes van vers plantmateriaal is voldoende.
Tabletten . . . . . . . . De tablet in een schoon stuk papier vouwen en vervolgens vergruizen. Hierna de benodigde hoeveelheid voor de test afmeten.

In het samenstellen van de kleurenkaart is veel tijd gestoken; toch zijn de beschreven of afgebeelde kleuren op zijn best relatief. De kleuren worden door verschillende factoren beïnvloed, zoals zuiverheid en/of hoeveelheid van het monster, het licht in de omgeving, temperatuur, hoe goed monster en reagens gemengd zijn en diverse andere factoren. Alleen wanneer het VOLLEDIGE TESTSCHEMA is gevolgd en men de kleuren met gezond verstand heeft beoordeeld, zijn de resultaten betrouwbaar.

GEBRUIK VAN HET TESTSCHEMA

1. Volg de procedures zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing.
2. Test onbekend materiaal met Mayers-reagens.
3. Wanneer de reactie met Mayers-reagens negatief is, volg dan CHART 4.
4. Als de reactie met Mayers-reagens positief is, test dan het onbekende materiaal met Marquis'-reagens.
5. Indien er met Marquis'-reagens een paarse of violette kleur ontstaat, volg dan CHART 1.
6. Indien er met Marquis'-reagens een rode, bruine, of oranje kleur ontstaat, volg dan CHART 2.
7. Indien er met Marquis'-reagens geen kleur ontstaat, volg dan CHART 3.
8.   Wanneer de juiste CHART gekozen is, doe dan alle tests volgens de aangegeven volgorde. Vermoedelijke identificatie kan worden aangenomen wanneer de kleuren overeenkomen met die in de CHART.

HET WEGGOOIEN VAN TESTEENHEDEN

Nadat de ontstane kleuren vergeleken en geregistreerd zijn, dient de gebruikte testeenheid direct op een veilige plaats weggegooid te worden. GEBRUIKTE TESTEENHEDEN NIET BEWAREN! De inhoud van de gebruikte test kan gaan lekken. Dit kan leiden tot schade aan kleding of verwonding. Als de gebruikte testeenheden niet direct op een veilige plaats weggegooid kunnen worden, bewaar ze dan in een plastic zak (poly bag, #10, in de kit aanwezig), totdat dit wel kan. Gebruikte #3 testen niet samen met gebruikte #7 of #8 testen weggooien.

N.B. 1: Eventueel kunnen de buisjes in de wasbak voorzichtig onder licht stromend water uitgespoeld worden (let op spatten!), of in kranten gewikkeld worden alvorens ze weg te gooien.
 
N.B. 2: Als gebruikte testeenheden verzameld worden in een grote container raden wij aan deze eerst te vullen met een laag water waarin enkele eetlepels huishoudsoda zijn opgelost. De soda zal de kleine hoeveelheden sterk zuur uit de diverse testen neutraliseren, waarmee voorkomen wordt dat de inhoud van het vat gaat stinken. Omdat bij de neutralisatie koolzuur ontwijkt, dient het vat niet hermetisch afgesloten te worden!
Als de inhoud van het vat afgevoerd moet worden, controleer dan eerst of de waterlaag niet zuur is door er wat soda aan toe te voegen. Als de laag zuur is, zal de soda oplossen met vrijkomen van koolzuur. Voeg dan net zolang soda toe totdat er geen gasontwikkeling meer optreedt.
Scheidt dan het water van het resulterende plastic/glas/papierafval. Het water kan in de gootsteen, het plastic, papier en glas kan (mits goed verpakt, wegens de glasscherven) met het huishoudelijk afval meegegeven worden.

Tot slot - een overzicht: wat doen en wat niet

Wel doen

1. Wees voorzichtig met het verwijderen en terugplaatsen van de dop.
2. Meet de juiste hoeveelheid van de verdachte stof af.
3. De spatel o.i.d. waarmee afgemeten wordt moet schoon zijn.
4. Meng reagens en monsters grondig.
5. Vergelijk de kleuren in een goed verlichte omgeving.
6. Observeer de kleuren tegen een witte achtergrond.
7. Gebruikte testeenheden direct en veilig weggooien.
8. Gebruikte testeenheden, voordat ze worden weggegooid, in een plastic zak (poly bag) bewaren.
9. Gemorste reagentia met veel water wegspoelen.
10.  Huidaantastingen, veroorzaakt door gemorste reagentia, behandelen als brandwond.
11. Gebruikte #3 testen direct en in een aparte plastic zak weggooien. Het salpeterzuur zal het buisje in 3 tot 5 minuten gedeeltelijk oplossen, waardoor het zuur gaat lekken.

Niet doen...

1.  Het glas van een kapot geknepen ampul verder vergruizen. Hierdoor kan glas de wand van de buis doorboren, leidend tot lekken van reagens en/of verwonding van de vingers.
2. Op en neer schudden van een testbuisje om te mengen.
3. Het vergelijken van de kleuren bij slecht licht, bijvoorbeeld dat van kwik- of natriumlampen.
4. Vergelijken van de kleuren tegen een gekleurde achtergrond.
5. Gebruikte testen op het lichaam of in de kleding bewaren.
6. Gebruikte testen op plaatsen weggooien, die voor kinderen toegankelijk zijn.
7. Gemorst reagens laten liggen.
8.   Test #3 samen met test #7 of #8 weggooien.

BESCHRIJVING VAN DE AFZONDERLIJKE TESTEN

Algemene procedure 1-4, zoals vermeld in de tekst:
1. Verwijder de dop.
2. Breng een monster van de onbekende stof in het testbuisje.
3. Plaats de dop terug op het testbuisje.
4. Knijp de ampul in het onderste gedeelte van het testbuisje stuk. Meng het reagens met het monster.

TEGENGIF A:
Verdunnen door drinken van water. Voorkom braken. Direkt een arts waarschuwen.
TEGENGIF B:
Verdunnen door drinken van water. Braken opwekken door twee eetlepels braakwortelsiroop (ipecacuanha) in te nemen. Arts waarschuwen.

Reagens 1 Mayers reagens (1 ampul) Een test ter bepaling van alkaloïden (deze test gaat vooraf aan alle testen; zie de CHART SELECTOR op de voorkant). Volg de algemene procedure zoals hierboven beschreven. De vorming van een wit of crème, gelatineus neerslag, is een aanwijzing voor de aanwezigheid van een alkaloïd (of een amfetamine). Ga door met test #2 (Marquis'-reagens), een test voor de bepaling van opiumalkaloïden. Als er geen neerslag is ontstaan ga dan door met test #5 (Dille-Koppanyi's-reagens, een test voor de bepaling van barbituraten).
INHOUD: 0,5 ml kalium triiodomercuraat, 1% oplossing in water.
TEGENGIF: B.

Reagens 2 Marquis Reagens (1 ampul) Een test voor de bepaling van opiumalkaloïden. Volg de bovengenoemde algemene procedure 1-4. Kleuren: a. Een violette tot purperrode kleur duidt op opiumalkaloïden. Het onderzoek eventueel met test #3 (salpeterzuur) voortzetten, om te bepalen of het heroïne of morfine is. b. Oranjerood kan duiden op de aanwezigheid van een amfetamine. c. Bruin op de aanwezigheid van Pethidine® (Demerol, Meperidine). d. Rood op de aanwezigheid van mescaline.
INHOUD: 0,5 ml geconcentreerd zwavelzuur met formaldehyde.
TEGENGIF: A.

Reagens 3 Salpeterzuur (1 ampul) Dit reagens is GEEN primaire test, d.w.z. deze test dient pas uitgevoerd te worden nadat Marquis'-reagens (#2) een paars/violette kleur heeft gegeven. Het is een test om te onderscheiden tussen heroïne en morfine en voor het vaststellen van de identiteit van enkele andere verdachte stoffen. Volg de bovengenoemde algemene procedure 1-4. Observeer de kleurveranderingen die plaatsvinden. Kleuren: a. Geel: heroïne. b. Rood tot oranjerood, snel verblekend tot geel: morfine.
INHOUD: 0,5 ml geconcentreerd salpeterzuur. Het salpeterzuur lost het plastic buisje in 3-5 minuten op. Doe het buisje direct na het bepalen van de kleur in een plastic zak. Test #3 niet samen met andere testen weggooien.
TEGENGIF: A.

Reagens 4 Cobalt thiocyanaat (2 ampullen) Een test voor de bepaling van cocaïne, procaïne, lidocaïne, tetracaïne en methadon. Volg de algemene procedure 1-4. Bepaal de kleuren. Alle bovengenoemde narcotica geven een intens, helder blauw, vlokkig neerslag. 5. Knijp de ampul in de dop stuk. Meng. Als het blauwe neerslag niet oplost, duidt dat op cocaïne. Als het blauwe neerslag gedeeltelijk oplost, wijst dat op de aanwezigheid van methadon of lidocaïne. Volledig oplossen van het blauwe neerslag duidt op procaïne of tetracaïne.
INHOUD: 0,5 ml tinchloride, 5% in water (ampul in dop) en 0,5 ml cobalt thiocyanaat, 2% in water (bodemampul).
TEGENGIF: B.

Reagens 5 Dille-Koppanyi's-reagens (2 ampullen) Een test ter bepaling van barbituraten. Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. 5. Knijp de ampul in de dop stuk. Meng. Een paarse of roodviolette kleur duidt op de aanwezigheid van een barbituraat. Een zwak blauwe kleur is een negatieve reactie.
INHOUD: 0,5 ml cobaltacetaat, 0,1% in isopropanol (bodemampul) en 0,5 ml, 5% isopropanolamine (ampul in dop)
TEGENGIF: B.

Reagens 6 Mandelins-reagens (1 ampul) Een test ter nadere bevestiging van amfetaminen. Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. Let op de kleurveranderingen. Een groenbruine kleur die verandert in olijfgroen duidt op de aanwezigheid van amfetamine. Een olijfgroene kleur die verandert in grijsgroen duidt op amfetamine. Een bruine kleur met een blauwe gloed wijst op een opiumalkaloïd.
INHOUD: 0,5 ml ammoniumvanadaat, 1% in geconcentreerd zwavelzuur.
TEGENGIF: A.

Reagens 7 Gemodificeerd Ehrlichs-reagens (2 ampullen) Een test voor het bepalen van hallucinogenen. NB: Omdat het actieve bestanddeel bij hallucinogenen in zeer geringe hoeveelheden aanwezig kan zijn, kan een grotere hoeveelheid monster nodig zijn om een kleurrespons te krijgen die goed te vergelijken is. Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. 5. Knijp de ampul in de dop stuk. Meng. Kleuren: a. Een, zich langzaam ontwikkelende, purperrode kleur wijst op de aanwezigheid van LSD of andere ergot alkaloïden. Een wijnroze kleur duidt op de aanwezigheid van DMT (dimethyltryptamine) of DET (diethyltryptamine).
INHOUD: 0,5 ml geconcentreerd zoutzuur (ampul in dop) en 0,5 ml van een 5% oplossing van p-dimethylaminobenzaldehyde.
TEGENGIF: A.

Reagens 8 Duquenois'-reagens (2 ampullen) Een test ter bepaling van marihuana, hashish, hasholie en THC-resten in rookgerei. Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. Meng goed gedurende 1 minuut. 5. Knijp de ampul in de dop kapot. Meng. Observeer de kleur die ontstaat. Een grijsblauwe of violetblauwe kleur duidt op THC, het actieve bestanddeel van hennep, hashish en hasholie. De intensiteit van de kleur en de snelheid waarmee zij ontstaat geeft een indicatie over de sterkte van het materiaal. NB: PLANTENMATERIAAL en oliën moeten met Duquenois' getest worden. Het resultaat, indien positief, kan door een test met KN-reagens (#9) bevestigd worden.
INHOUD: 0,5 ml van een 2%-ige oplossing van vanilline in alcohol (bodemampul) en 0,5 ml geconcentreerd zoutzuur (ampul in dop).
TEGENGIF: A.

Reagens 9 KN-reagens (Fast Blue B-zout) (2 ampullen) Een test voor de bepaling van marihuana, hashish, THC, en THC resten in rookgerei. Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. 5. De ampul in de dop kapot knijpen. Krachtig mengen gedurende MINSTENS 30 seconden. Reagentia vervolgens laten ontmengen. Bepaal de kleur van de onderste laag. Een oranje-rode tot zeer donkerrode kleur wijst op de aanwezigheid van marihuana, hashish, hasholie of andere Cannabis produkten. NB: Sterke monsters geven een zeer donkerrode kleur. IEDERE ANDERE KLEUR IN DE ONDERSTE LAAG BETEKENT EEN NEGATIEF RESULTAAT.
INHOUD: 200 mgm% oplossing van Fast Blue B-zout in 0,5 ml van een chloorkoolwaterstof (bodemampul) en 0,5 ml natrium hydroxide, 10% in water (ampul in dop).
TEGENGIF: A.

Reagens 13 Cocaïne, vrije base ("Crack") reagens (2 ampullen) Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. Grondig mengen. Cocaïne HCl-zout en cocaïne vrije base zullen een vlokkig, intensief blauw neerslag geven. 5. Knijp de ampul in de dop stuk. Meng zeer goed. Neerslagen van cocaïne HCl-zout en cocaïne vrije base zullen niet oplossen.
INHOUD: 0,5 ml 1% cobalt thiocyanaat in 10% azijnzuur (bodemampul) en 0,5 ml tinchloride, 5% in water (ampul in dop).
TEGENGIF: B

Reagens 14 Methaqualon, PCP-reagens (2 ampullen) Een test voor de detectie van op straatniveau gangbare PCP-concentraties en ter bepaling van methaqualon (NB: andere reagentia in de CHARTS en daarmee vermelde PCP-reacties zijn voor tamelijk hoge PCP concentraties. Deze reagentia zullen over het algemeen geen reactie geven op monsters met de PCP concentratie die gewoonlijk, in de USA, op straatniveau wordt aangetroffen). Aantreffen van PCP (fencyclidine) in Nederland is overigens een zeldzame gebeurtenis.
Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. De kleur moet roze blijven. 5. Knijp de ampul in de dop stuk. Meng. In geval van methaqualon ontstaat een blauwe kleur.
INHOUD: 0,5 ml cobalt thiocyanaat, 2% in water (bodemampul) en 0,2 ml 85% fosforzuur (ampul in dop) .
TEGENGIF: B

Reagens 23 Natriumnitroprusside-reagens voor methamfetamine (2 ampullen) Gebruik een hele kleine hoeveelheid monster. Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. 5. Knijp de ampul in de dop stuk. Meng. Met methamfetamine ontstaat direct een donkerblauwe kleur. NB: een soortgelijke kleurreactie ontstaat met "XTC" (MDMA). Maak een onderscheid met Marquis'-reagens #2: "XTC" geeft een grijs-groene kleur die via paars naar zwart gaat, terwijl methamfetamine een snelle kleurverandering (binnen 12 seconden) van oranje, via rood naar bruin te zien zal geven. Een negatief resultaat (geen methamfetamine aanwezig) geeft een roze kleur die langzaam in rood-bruin overgaat.
Bewaar de testbuisjes in het donker en voorkom temperaturen boven de 55° C: direct zonlicht en hoge temperaturen kunnen het actieve bestanddeel van de test afbreken.
INHOUD: water, natriumnitroprusside, natriumcarbonaat.
TEGENGIF: B.

Reagens 24 Gemodificeerd Mecke's-reagens Een test voor de bepaling van heroïne (2 ampullen) Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. Meng goed gedurende 30 seconden. Sla geen acht op de verschillende kleuren die nu ontstaan kunnen zijn.* 5. Knijp de ampul in de dop stuk. Meng gedurende 5 seconden. Een groene kleur wijst op de aanwezigheid van heroïne.
VOORZICHTIG! Bevat sterk etsend zuur (zwavelzuur, in beide ampullen). Buiten bereik van kinderen houden. Gebruikte testen niet bewaren. Niet dicht bij het gezicht houden bij het breken van ampullen of bij het mengen. Na het bepalen van de kleur direct weggooien.
TEGENGIF: A.
 
*Enige uitzondering: een langzaam ontwikkelende (4-5 seconden) paarse kleur die naar diep bruin gaat na de tweede ampul, kan wijzen op MDMA ("XTC").

Reagens 25 Valium®/Diazepam Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. Meng grondig. 5. Knijp de ampul in de dop stuk en meng zeer goed. Binnen 60 seconden verandert de kleur van zwak violet naar paars.
INHOUD: 0,2 ml 2M kaliumhydroxide in methanol (bodemampul); 0,2 ml  m-dinitrobenzeen, 0,2% in isopropanol (ampul in dop).
TEGENGIF: A.

Reagens 26 Talwin® Pentazocine® (Fröhdes-reagens) (1 ampul) Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. De oplossing wordt direct helder blauw. Talwin is een geregistreerd handelsmerk van Winthrop Laboratories. Bevestig met test #6: deze geeft met Talwin een olijfgroene kleur.
INHOUD: 0,5 ml 0,5% ammoniummolybdaat in H2SO4 (zwavelzuur).
TEGENGIF: A.

Reagens 27 Efedrine-reagens (gemodificeerd Chens-reagens) (2 ampullen) Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. Er ontstaat geen kleur. 5. Knijp de ampul in de dop stuk. Meng. De oplossing wordt direct helder blauw. NB: Het reagens heeft van zichzelf een aquablauwgroene kleur na het breken van beide ampullen.
INHOUD: 0,5 ml 1% kopersulfaat in 1% CH3COOH (bodemampul); 0,2 ml 2N NaOH (ampul in dop).
TEGENGIF: A.

Reagens 28 GHB-reagens (1 ampul) Volg de bovenstaande algemene procedure 1-2 (voeg 2 tot 5 druppels toe met de bijgeleverde pipetten, bij het testen van een vloeistof). Ga verder met de algemene procedure 3-4. Meng grondig. Als de oplossing groen tot blauw-groen kleurt, duidt dit op de aanwezigheid van GHB.
TEGENGIF: B.